Ed Hoornik schreef het gedicht Hebben en Zijn.
Op school stonden ze op het bord geschreven.
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
De ene werkelijkheid de andere schijn.
Hebben is niets . Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
Vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgelicht.
In dit gedicht herken ik dat ik tijdens het mediteren momenten heb dat ik zo verstil, dat ik me een voel met alles, met de omgeving, met de geluiden, met de kern in mijzelf. Net als toen ik een kind was en helemaal op kon gaan in de dingen, bijvoorbeeld de wolken aan de blauwe lucht of een spin die in het midden van het web zat, of een lieveheersbeestje wat over mijn hand liep.
Mediteren is voor mij een manier om van hebben en moeten naar zijn te komen. En dat zijn staat voor acceptatie, aandacht, compassie, luisteren, verstillen en het verleden en het heden even los laten. En door het mediteren ontstaat er een diepe rust, die ik mee neem ook na de meditatie.
En natuurlijk verdwijnt de rust ook weer en komen er oude patronen naar boven. Patronen waarbij ik veel aan het denken ben, minder goed voel welke keuzes ik maak of wil maken, achter mijzelf aanhol, te veel in een korte tijd wil doen. En soms nemen deze oude patronen van het heel goed moeten doen, bevestiging nodig hebben van anderen mij zover mee, dat ik pas reflecteer als het niet meer prettig voelt en de automatische piloot het overgenomen heeft.
Op zo’n moment van bewustwording ben ik dankbaar dat ik meditatie ken. Dat ik ondanks de heftige emoties in mijzelf toch kan gaan zitten en mij kan richten op de beweging van de adem. En accepteer wat er is, ook al voelt het heftig. En juist door het gevoel niet weg te duwen en er ruimte voor te maken, compassie te hebben met mijzelf wordt het zachter. Mijn lichaam ontspant, ik voel hoe mijn bekken stevig contact maakt met de ondergrond en volg de in- en uitademing in het lichaam. Ik voel hoe en waar de inademing ruimte maakt en hoe ik in de uitademing dieper in het lichaam zink en ontspan. Ik kom steeds meer in het moment. En ik gebruik de adem als anker, steeds als het denken me weer meeneemt keer ik weer terug naar de in en de uitademing. Ik veroordeel het denken niet, ik accepteer wat er zich aandient, alleen keer ik steeds weer liefdevol naar de beweging van de adem.
Soms kies ik ervoor om de uitademing te tellen, ik tel dan van 1 naar 10 en begin steeds weer opnieuw bij 1. Ook als ik in gedachten verstrikt raakt of gedachten mij afleiden van het tellen, begin ik weer bij 1. Is het heel lastig om bij de inademing al niet afgeleid te zijn dan zeg ik innerlijk bij de inademing het woord in.
Ik begin mijn dag met 20 minuten meditatie en eindig de dag met 20 minuten meditatie en natuurlijk lukt het niet alle dagen. Hoe meer discipline ik heb, hoe beter het gaat. Wanneer ik bijvoorbeeld in vakanties het mediteren loslaat, is het voor mij moeilijker om het weer elke dag op te pakken.
Maar wat het me oplevert is te belangrijk om los te laten, de momenten van helemaal rust en in balans zijn. En me overdag deze momenten herinneren, waardoor ik in een stressvolle situatie ook me kan richten op de adem en stil kan worden en niet in de automatische piloot schiet.
En juist door het dagelijks herhalen raakt mijn brein afgestemd op rust en balans, waardoor er ruimte is voor bewustwording, voelen en de juiste keuzes maken. En in het huidige moment kunnen zijn en weten dat dit het enige echte geleefd en gevoeld moment is.
Is mediteren het willen hebben loslaten? Ik denk dat hebben altijd een verschil wil overbruggen. Je hebt iets niet en vindt dat je het nodig hebt, je hebt een doel, omdat je iets wilt bereiken etc. En als mens hebben we deze beweging in onze materiële wereld nodig. Maar in meditatie is er geen grijpen meer, is er geen verschil meer te overbruggen en kom je in het zijn.
The present moment, if you think about it, is the only time there is. No matter what time it is, it is always now: Marianne Williamson